Leven we in een democratische rechtsstaat en zijn politie en justitie er om ons te beschermen?
Peggy van Rooij, overlever van georganiseerd sadistisch seksueel (kinder)misbruik deed in 2019 aangifte van een verkrachting door één van de daders. Ze merkte vrij snel een zekere mate van ongeloof bij de rechercheurs.
Twee maanden na de aangifte was het opnieuw raak en nam ze weer contact op met de politie. Ze kreeg te horen dat aangifte doen geen nut had omdat het lichaamsmateriaal niet meer traceerbaar zou zijn. Dat terwijl Van Rooij onder de blauwe plekken zat. De vorige aangifte lag nog op de plank wegens ‘gebrek aan bewijs’.
Voor gek verklaard
Nadat ze ook dreigbrieven begon te krijgen, startte de politie een onderzoek op, maar dat was ‘oppervlakkig en eenzijdig’. Van Rooij kreeg te horen dat haar verhaal niet waar was en dat ze het in scène zou hebben gezet. Ze werd min of meer voor gek verklaard.
Haar toenmalige psycholoog en een andere hulpverlener hebben kunnen voorkomen dat haar kinderen uit huis werden geplaatst, nadat ze was aangemerkt als gevaar voor haar kinderen.
Zinloos
“Aangifte doen van deze vorm van geweld is zinloos in ons land,” constateert Van Rooij. “Bij iedere ontvoering, afranseling, bedreiging, verkrachting en getuigenis van moord moet ik het dus zelf zien te redden.”
“Laat niemand denken dat wij in een zogeheten democratische rechtsstaat leven. Want des te gruwelijker je getuigenis is, des te ongeloofwaardiger is het.”
Comentarios